Verhalen
Impressies van een groepsreis
Deze winter was ik mee met een groepvakantie. Hoe het zo is gekomen, weet ik niet meer. Ik heb niks met groepen. Van groepen komt alleen maar ellende......
Dekens van schapenwol
Er is nog niemand als we om kwart voor zes bij het etablissement arriveren. Het zou om zes uur beginnen. We beginnen ons al af te vragen of we wel goed zijn, als een grote, beetje morsige man met een gedrongen postuur het zaaltje binnenkomt.
Een dafje in Frankrijk
In de laatste zomer van de wilde aksiejaren zeventig togen wij naar Frankrijk, naar de Alpen, om precies te zijn. Nog nooit daar vertoefd waren wij vol verwachting van wat het hooggebergte ons zou brengen. We kenden het alleen van foto's en vage televisiereportages over skiwedstrijden en de Tour de France.
Een zondag in juli
Het was zomer 1967. De knapenleeftijd had ik ternauwernood bereikt en daar stond ik op een warme julizondag op Pont Neuf, hartje Parijs. Samen met een vriend had ik mij al vroeg in de morgen midden op de brug geposteerd, gewapend met baguettes en kouwe thee met veel suiker.
Uit naar Lienden
Ergens tussen Zetten en Hemmen staat een bord met het opschrift "Bodemverontreiniging melden". Vroeger stond dat bord er niet. Toen waren er nog geen bodemverontreinigingen.
In het begin van de jaren zestig fietste ik hier eenmaal per jaar op weg naar het voetbalveld van Lien-den. Het was altijd koud. Voetballen doe je in de winter. Geen sport voor watjes.
Om de week speelden we uit. Op zaterdag direct na school verzamelen om later in de middag in het een of andere godverlaten oord ons beste beentje voor te zetten. We moesten wel vaker een flink eind verderop, maar Lienden " ergens ver weg in de Betuwe " spande de kroon. Veertig kilometer heen en veertig kilometer terug.
Anderhalf muntje
Daags na de Tour besluit ik maar weer eens naar Boxmeer te gaan. Het is zeker twintig jaar geleden dat ik daar voor het laatst was. Dat moet geweest zijn in het jaar dat Erik Breukink in de Tour tweede of derde werd. Dat kan ik me niet meer precies herinneren. De jaren daarvoor bezocht ik het spektakel regelmatig. Ik heb er Joop Zoetemelk zien winnen, Henk Lubberding en wijlen de Kneet, en later Peter Winnen en Jean-Paul van Poppel. In die tijd stapte je vanuit de trein direct het parcours op. Dat had een lengte van 4 kilometer, zodat je de renners 25 keer kon zien langskomen. Voor je behoeften ( eten, drinken, plassen ) moest je een bezoek brengen aan een van de vele kroegen langs het parcours. Dranghekken waren er alleen bij de finish en je betaalde alles contant. Het was vooral een gezellig rommeltje.